Theorie van het ervaringsleren
Het leerstijlenmodel op basis waarvan hij zijn leerstijleninventaris heeft ontwikkeld, heeft David Kolb in 1984 gepubliceerd.
De theorie van het ervaringsleren van Kolb bestaat uit twee niveaus: een leercyclus die uit vier fasen bestaat en vier verschillende leerstijlen. Veel van Kolbs theorie gaat over de innerlijke cognitieve processen van de leerling.
Kolb stelt dat leren het verwerven van abstracte concepten inhoudt die flexibel toepasbaar zijn in verschillende situaties. In de theorie van Kolb wordt de impuls voor de ontwikkeling van nieuwe concepten ingegeven door nieuwe ervaringen.
‘Leren is het proces waarbij kennis wordt gecreëerd door de transformatie van ervaring’
De leerstijlen van Kolb
De leerstijlen van Kolb wordt meestal weergegeven als een leercyclus in vier fasen waarin de leerling ‘alle honken aftikt’:
- Concrete ervaring – (een nieuwe ervaring of situatie wordt aangetroffen, of een herinterpretatie van bestaande ervaring).
- Reflectief observeren observatie van de nieuwe ervaring. (erg belangrijk zijn eventuele inconsistenties tussen ervaring en begrip).
- Abstract conceptualiseren (reflectie geeft aanleiding tot een nieuw idee, of een aanpassing van een bestaand abstract concept).
- Actief experimenteren (de leerling past ze toe op de wereld om hem heen om te zien wat de resultaten zijn).
Effectief leren wordt gezien wanneer een persoon een cyclus van vier stadia doorloopt: (1) een concrete ervaring, gevolgd door (2) observatie en reflectie op die ervaring, wat leidt tot (3) de vorming van abstracte concepten (analyse) en generalisaties (conclusies), die vervolgens (4) worden gebruikt om hypothesen in toekomstige situaties te testen, en dat resulteert in nieuwe ervaringen.
Kolb (1974) ziet leren als een integraal proces waarbij elke fase wederzijds ondersteunend is en de volgende fase voedt. De cyclus kan in elk fase worden gestart en dan logisch worden vervolgd.
Effectief leren gebeurt echter alleen wanneer de leerling alle vier de fasen van het model kan doorlopen. Daarom is geen enkele fase van de cyclus op zichzelf effectief als een leerproces.
Leerstijlen
Kolbs leertheorie (1974) beschrijft vier verschillende leerstijlen die gebaseerd zijn op een leercyclus van vier fasen (zie hierboven). Kolb legt uit dat personen van nature een voorkeur hebben voor een bepaalde leerstijl. Verschillende factoren zijn van invloed op iemands voorkeursstijl. Dat zijn bijvoorbeeld de sociale omgeving, onderwijservaringen of de basale cognitieve structuur van een persoon.
Waardoor de stijl ook wordt beïnvloed, de voorkeur voor een leerstijl is in feite het resultaat van twee x twee variabelen: twee ‘keuzes’ die we maken die Kolb als aslijnen voorstelt met ‘tegenstrijdige’ modi aan beide uiteinden:
Een typische weergave van de twee continuüms van Kolb is dat de oost-westas het Verwerkend continuüm wordt genoemd (hoe we een taak benaderen), en de noord-zuidas wordt het Perceptie continuüm genoemd (onze emotionele reactie of hoe we erover denken of voelen).
Kolb was van mening dat we niet tegelijkertijd de beide variabelen van een as kunnen uitvoeren (bijv. denken en voelen). Onze leerstijl is het resultaat van deze twee keuzes.
Vaak is het gemakkelijker om de opbouw van Kolbs leerstijlen te zien als een matrix met vier vakken. Elke leerstijl staat voor een combinatie van twee voorkeursstijlen. De matrix belicht ook Kolb terminologie voor de vier leerstijlen: divergerend, assimilerend en convergerend, accomoderend:
Beschrijvingen van de leerstijlen
Als je Iemands leerstijl kent (en je eigen leerstijl) kun je het leren richting geven via de gewenste methode. Dat gezegd hebbend, iedereen reageert op en moet in een bepaalde mate worden gestimuleerd door alle soorten leerstijlen. Het gaat erom de nadruk te leggen die het best bij de situatie en iemands voorkeursleerstijl past.
Hier korte omschrijvingen van de vier leerstijlen van Kolb:
« Divergeren (voelen en kijken – CE/RO)
Deze personen kunnen dingen vanuit meerdere perspectieven bekijken. Ze zijn gevoelig. Ze kijken liever dan ze doen, neigen ernaar om informatie te verzamelen en hun verbeelding te gebruiken om problemen op te lossen. Ze zijn heel goed in het bekijken van concrete situaties vanuit verschillende invalshoeken.
Kolb noemde deze stijl ‘divergerend’ omdat deze personen het best presteren in situaties wanneer ideeën moeten worden gegenereerd, brainstormen bijvoorbeeld. Mensen met een divergerende leerstijl hebben een grote culturele belangstelling en verzamelen graag informatie.
Ze zijn geïnteresseerd in mensen, zijn vaak fantasierijk en emotioneel en zijn goed in kunst. Mensen met een divergerende stijl werken het liefst in groepen, luisteren met een open geest en ontvangen graag persoonlijke feedback.
« Assimileren (kijken en denken – AC/RO)
De Assimilerende leervoorkeur staat voor een beknopte en logische aanpak. Ideeën en concepten zijn belangrijker dan mensen. Deze mensen hebben eerder behoefte aan goede, duidelijke uitleg dan aan een praktische oefening. Ze blinken uit in het begrijpen van zeer diverse informatie en die organiseren in een duidelijk, logisch formaat.
Mensen met een assimilerende leerstijl zijn minder gericht op mensen en meer geïnteresseerd in ideeën en abstracte concepten. Mensen met deze stijl voelen zich meer aangetrokken tot logisch opgebouwde theorieën dan aanpakken gebaseerd op praktisch nut.
Deze leerstijl is belangrijk bij effectieve informatievoorziening en wetenschappelijke carrières. In professionele leersituaties hebben mensen met deze stijl een voorkeur voor lezingen, het verkennen van analytische modellen en tijd om na te denken.
« Convergeren (doen en denken – AC/AE)
Mensen met een convergerende leerstijl kunnen problemen oplossen en zullen het leren gebruiken om praktische problemen op te lossen. Zij geven de voorkeur aan technische taken en zijn minder bezig met mensen en persoonlijk contact.
Mensen met een convergerende leerstijl zijn goed in het vinden van praktische toepassingen voor ideeën en theorieën. Ze kunnen problemen oplossen en beslissingen nemen door oplossingen te zoeken voor vragen en problemen.
Mensen met een convergerende leerstijl voelen zich meer aangetrokken tot technische taken en problemen dan tot sociale of persoonlijke problemen. Een convergerende leerstijl maakt specialistische en technische vaardigheden mogelijk. Mensen met een convergerende stijl houden ervan om te experimenteren met nieuwe ideeën, simulaties en met praktische toepassingen te werken.
« Accommoderen (doen en voelen – CE/AE)
De Accommoderende leerstijl is ‘hands-on’ en bouwt op intuïtie in plaats van logica. Deze mensen maken gebruik van analyses van anderen en prefereren een praktische en ervaringsgerichte aanpak. Ze houden van nieuwe uitdagingen en ervaringen en het uitvoeren van plannen.
Ze handelen vaak ‘intuïtief’ en niet op basis van logische analyse. Mensen met een accommoderende leerstijl vertrouwen eerder op anderen voor informatie dan dat ze zelf een analyse uitvoeren. Deze leerstijl zie je vaak bij de gemiddelde bevolking.
Educatieve implicaties
De leerfasen en -cyclus van Kolb (1984) kunnen door docenten worden gebruikt om het leeraanbod voor studenten kritisch tegen het licht te houden en geschiktere leermogelijkheden te ontwikkelen.
Leerkrachten moeten zorgen dat de leeractiviteiten zo worden ontworpen en uitgevoerd dat elke leerling de kans krijgt om zijn best te doen op de manier die het best bij hem past. Ook kunnen personen worden geholpen bij effectiever leren door hun minder favoriete leerstijlen te bepalen en deze te versterken door de ervaringsleercyclus toe te passen.
Idealiter worden de activiteiten en het materiaal zo ontwikkeld dat gebruik wordt gemaakt van de vaardigheden uit elke fase van de ervaringsleercyclus en dat de leerlingen het hele proces achtereenvolgens doorlopen.
bron: McLeod, S. A. (2017). Kolb – learning styles. Retrieved from www.simplypsychology.org/learning-kolb.html
Wat is u leerstijl? Hier vindt u een vraagenlijst (Engels) .
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-No Derivative Works 3.0 Unported License.
The European Commission support for the production of this publication does not constitute an endorsement of the contents which reflects the views only of the authors, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.