Non-directieve coaching
De competentie om niet-directief gesprek toe te passen, wordt bereikt door het humanistische persoonlijkheidsbeeld van Carl Rogers en de bijbehorende waarden te internaliseren. We kunnen de waarden toepassen op onze eigen persoonlijkheid als coach en de relatie met de cliënt vormgeven op basis van empathie, (onvoorwaardelijke) waardering en congruentie. De relatie coach-cliënt is van fundamenteel belang in de context van de humanistische benadering. Na een consistente praktijk van gesprekstechnologie, zijn we in een positie om de cliënt te helpen zijn eigen problemen te vinden, zijn eigen oplossingen te ontwikkelen en deze oplossingen te implementeren.
When business managers tell an employee something, only 10% of people are likely to recall it correctly after 3 months. If they give non-directive coaching, that number goes up to 95%!
Quelle: The Power of Non-Directive Coaching, Lauren Buys, Human Capital Review.
Video-Link: https://youtu.be/gFDvG6RK2aM
Niet-directieve coaching/counseling of therapie richt zich op de volgende vijf aspecten.
- Het is een humanistische benadering die als belangrijkste uitgangspunt heeft dat mensen over het algemeen betrouwbaar en vindingrijk zijn, in staat zijn om zichzelf te begrijpen en te sturen en constructieve veranderingen door te voeren en een effectief en productief leven kunnen leiden.
- De persoonsgerichte benadering richt zich op de cliënt die het lukt om meer begrip van zichzelf te ontwikkelen qua omgeving, zelfonderzoek en verbeterde zelfconcepten
- Zelfonderzoek in deze context betekent dat je naar je eigen gedachten, gevoelens, gedrag en motivaties kijkt en je het waarom daarvan afvraagt. Het is op zoek gaan naar onze wortels en wie we zijn; antwoorden op alle vragen die we over onszelf hebben
- Voor een succesvol coachingstraject richt dat zich ook op de kwaliteit van de coach die inlevingsvermogen moet kunnen tonen zonder te oordelen. De coach geeft geen advies, aanwijzingen noch doet interventies. Het is belangrijk dat het duidelijk is dat in zijn puurste vorm, zich onthouden van sturing van toepassing is op zowel de inhoud van het gesprek als de scope daarvan.
- Dat leidt zowel voor de coach als de cliënt tot een relatie waarin de cliënt de kans krijgt problemen op te lossen waardoor de cliënt de kans krijgt om zelf veranderingen door te voeren.
- Dit alles is gebaseerd op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voor zijn leven.
Zoals we weten uit de persoonlijkheidstheorie kent de door het humanisme beïnvloedde, niet-directieve of cliëntgerichte manier van werken, een aantal kernbegrippen. De belangrijkste zijn de volgende:
Carl Rogers heeft zes voorwaarden benoemd die noodzakelijk zijn voor verandering:
- Coach-cliëntcontact: er moet een relatie tussen cliënt en coach bestaan waarbij die relatie zo is dat de perceptie van elkaar belangrijk is.
- Ongerijmdheid bij de cliënt: er bestaat ongerijmdheid tussen de beleving en het bewustzijn van de cliënt, met andere woorden, tussen het echte en het ideale zelf.
- Een harmonieuze aanpak van de coach: de coach gedraagt zich in lijn met de therapeutische relatie. De coach staat in nauw contact met zichzelf, hij doet niet alsof en put uit eigen ervaringen om de relatie te faciliteren.
- De onvoorwaardelijk positieve houding van de coach: de therapeut accepteert de cliënt onvoorwaardelijk, zonder oordeel, afkeur of goedkeuring. Dit vergemakkelijkt meer zelfwaardering bij de cliënt omdat die zich bewust kan worden van ervaringen toen anderen zijn/haar kijk op zijn/haar eigenwaarde hebben vertekend.
- Inlevingsvermogen van de coach: de coach heeft empathisch begrip voor het innerlijke referentiekader van de klant. Precies inlevingsvermogen van de coach helpt de klant te geloven dat de coach onvoorwaardelijke genegenheid voor hem of haar koestert.
- Perceptie van de cliënt: de cliënt beseft, in ieder geval in minimale mate, de onvoorwaardelijke positieve waardering en het empathisch begrip van de coach.
Drie van deze voorwaarden zijn bekend geworden als de ‘kernvoorwaarden’.
Rogers stelde dat de belangrijkste factor voor succesvolle coaching, het relationele klimaat is dat wordt gecreëerd door de houding van de coach naar de cliënt. Hij noemde drie samenhangende kernvoorwaarden.
Laten we eens kijken naar het verschil tussen de directieve en de niet-directieve benadering:
Niet-directief | Directief |
|
|
Niet-directieve coaching is sterk gefocust op mensen te helpen om zelfbeperkende houdingen en aannames te overwinnen. Dat doet het door deze houdingen en veronderstellingen te bevragen binnen de context van praktische probleemoplossing.
Zonder stil te staan bij de vraag waarom de cliënt iets heeft aangenomen, helpt niet-directieve coaching de cliënt om dit als een veronderstelling (en niet als een feit) te zien en verder dan dat te kijken. Een persoon laten zien dat hij zijn problemen kan oplossen, is een concreet bewijs van zijn capaciteit om te onderzoeken en zich te ontwikkelen.
Dit type hulp wordt weerspiegeld in technieken van niet-directieve coaching. Technieken zijn onder andere:
Aandachtig luisteren
- coach creëert begrip door veel aandacht te geven
- geen agenda
- de cliënt tijd geven en zijn gevoelens erkennen
Doelbewust, niet-directief en niet-oordelend vragen stellen
- focust nauwlettend op wat de klant moet doen en hoe en wanneer die dat gaat doen
- de klant helpen door de gelegenheid te bieden om te praten
Constructieve uitdaging
- ondersteunt de klant om verder te komen
- afwisselen tussen meer opties bepalen tot een andere focus op het doel
- bewustwording ontwikkelen volgens voorwaarden van de cliënt zelf
Vertrouwen opbouwen, geruststelling & bevestiging
- de coach biedt geruststelling, met nadruk
- coach wijst op de voortgang van de cliënt en helpt die te koppelen aan de eigen inspanningen
Motiverend interviewen
- Betrekken – de cliënt betrekken bij het bespreken van kwesties, zorgen en verwachtingen en een vertrouwensrelatie opbouwen met de hulpverlener.
- Focussen – het gesprek beperken tot de gewoontes of patronen die cliënt wil veranderen.
- Uitlokken – motivatie voor verandering creëren bij de cliënt door besef van het belang van en vertrouwen in verandering en de bereidheid om te veranderen te vergroten.
- Planning – gebruikt om praktische stappen te formuleren die cliënt wil zetten om de gewenste veranderingen door te voeren.
bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Carl_Rogers
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License
Samenvatting
Bij niet-directieve coaching is de persoon of de groep de expert, zij bepalen de agenda. De coach helpt ze die agenda te overdenken en vervolgens hun eigen expertise in te zetten om de gewenste resultaten te bereiken.
Niet-directieve coaching is faciliterend. Het is gebaseerd op reflectief leren en gestructureerde probleemoplossing. De coach heeft alleen kennis nodig om mensen te helpen te leren om problemen zelf op te lossen.
Waarom is niet-directief zijn een belangrijke vaardigheid die een coach moet cultiveren? Omdat naast niet-oordelen, dit de basis is van een coaching aanpak die de cliënt als deskundige in zijn eigen vraagstukken, echt omarmt – zij het met deskundigen die op dat moment nog niet volledig op de hoogte zijn van alle belangrijke informatie en inzichten die hem of haar op weg kunnen helpen.
Coaching richt zich op de cliënt, de behoeften van de cliënt en de agenda van de cliënt. Een niet-gerichte aanpak houdt in dat een coach zich onthoudt van instructies of ‘vertellen’, van sturende vragen die naar bepaalde antwoorden vissen of frustraties dat een cliënt volgens de coach logische oplossingen, ‘weigert’ te zien of op te volgen. Een niet-sturende aanpak brengt de gouden coachingregel in de praktijk dat ‘de klant zelf het best weet hoe hij of het probleem moet oplossen.’
Niet-directief zijn berust op het feit dat de coach zich afzijdig houdt van zijn/haar eigen vooroordelen. Door goed te luisteren, effectief door te vragen op het juiste moment en een veilige en vertrouwde ruimte te bieden waarbinnen de cliënt kan fantaseren en experimenteren, kan een coach een proces faciliteren waarbij de cliënt in het reine komt met zijn/haar zelfbeperkende overtuigingen en/of angsten en deze overwint.
Binnen transformatieve coaching staat niet-directief zijn centraal omdat alleen de cliënt de sleutel kan vinden om de deuren te openen waardoor de transformatie in zijn/haar specifieke geval kan plaatsvinden. De rol van de coach is observeren, reflecteren en een spiegel voorhouden waarmee de cliënt de sleutels kan zien en herkennen die nodig zijn voor zijn/haar eigen transformatie en ontwikkeling.
Coaches hebben allerlei goede redenen om zich ervan bewust te worden of ze wel of niet in de niet-directieve modus zitten. Hier twee redenen om eens over na te denken.
« Een coach die niet coacht
De meeste coaches weten dat goede coaching voor het merendeel niet-directief is. Maar mensen die meer aan de directieve kant zitten van het spectrum van coachingsvaardigheden, herkennen niet zo gemakkelijk het moment dat ze per ongeluk in de ‘vertellende’ of ‘adviserende’ modus belanden. Dit is vooral een issue bij mensen met een professionele achtergrond of baan in de HR of Opleiding & Ontwikkeling. Ze houden zich veel bezig met het oplossen van problemen van anderen, het instrueren van regels en voorschriften en mensen vertellen wat ze moeten doen. Hoewel hun bijdrage aan inzicht van onschatbare waarde kan zijn in een mentorrelatie, werkt dit een coachingscontext vaak zeer nadelig.
Het resultaat is dat cliënten mogelijk gedwongen worden om van anderen te leren waardoor ze de mogelijkheid niet krijgen om te onderzoeken hoe ze in hun eigen tijd en op hun eigen manier verder kunnen komen. Bij ‘behaagzieke’ klanten met weinig zelfvertrouwen kan dit zelfs leiden tot zich afhankelijk opstellen van de coach. Het opzetten van een reflectieve praktijk is cruciaal om coaches te helpen denk- en gedragspatronen te herkennen die leiden tot de ‘directieve modus’ en een strategie te starten om dit te voorkomen.
« De coach die niet uitdaagt
Terwijl coaching zich richt op de klant en diens vermogen om diep te graven naar oplossingen voor zijn/haar problemen, moet de coach in staat zijn om de rol van facilitator, spiegel en uitdager te vervullen, indien nodig. Een coachingsessies moet veel meer zijn dan een gezellig babbeltje. Het kan nodig zijn om lang onderdrukte en ingewikkelde emoties zoals woede, verdriet of frustratie te dulden, daar uitdrukking aan te geven en die te doorvoelen. Dat betekent dat de coach zo onthecht moet zijn dat hij of zij niet wordt meegesleept in over-identificatie met de situatie van de cliënt (collusie), of wordt afgeschrikt door wat hij of zij voelt wanneer de cliënt deze moeilijke beleving ervaart.
Uitdagen is zelden prettig. Toch is uitdagen vaak cruciaal in een coachingsrelatie – de coach daagt de klant uit en indien nodig, daagt de cliënt de coach uit. Op zo’n moment heeft de coach sterke interpersoonlijke en communicatieve vaardigheden nodig waarmee een goede verstandhouding en het vertrouwen van de klant kan worden opgebouwd zodat de coach kan omgaan met moeilijke momenten. Beschikken over de fijngevoeligheid en het vermogen om de hele persoon te lezen, is cruciaal voor een coach op het moment dat die moet kiezen tussen minder of meer directieve interactie. Uitdagen moet niet worden gevreesd. Hier moet je je op voorbereiden door een sterk bewustzijn op te bouwen van exact hoe directief je wel of niet moet zijn in een situatie, en voldoende flexibiliteit om van de ene modus naar de andere te switchen, indien nodig.
« GROW-model van niet-directieve coaching
GROW staat voor gewenst resultaat, Realiteit, Opties en Weg voorwaarts. (In sommige versies staat de O ook voor Obstakels en de W voor Wilskracht.)
Het GROW-model, dat in de jaren tachtig in het Verenigd Koninkrijk is ontwikkeld, is een wat sequentieel en probleemoplossend model. Het richt zich op het opbouwen van vertrouwen en bewustwording (inclusief zelfbewustzijn) om de cliënt in staat te stellen zelf de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen leren en ontwikkeling. Het model is bedoeld om flexibel en vaker te worden gebruikt in meerdere sessies. Reflectie op de resultaten van een handeling kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de cliënt zijn doel bijstelt.
bron: https://en.wikipedia.org/wiki/GROW_model
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License
« Citaat uit Citizens’ Curriculum guide to Non-directive coaching, Learning and Work Institute 2017 – Nuttige vragen bij non-directieve coaching
- Waarom zeg je dat? Wat bedoel je?
- Wat vind jij ervan?
- Kun je me wat meer vertellen zodat ik het beter begrijp?
- Wat is de kern van het probleem? | Waarom is dat belangrijk voor je?
- Wat zou de reden kunnen zijn dat [persoon X] dit doet? | Wat zou [persoon X] zeggen als hij/zij hier nu was? Is het goed te praten dat [persoon X] dit heeft gezegd/gedaan?
- Waarom ben je daar zo zeker van? | Heb je het ze gevraagd? | En als je je vergist?
- Heeft dat ergens mee te maken?
- Speelt er nog iets anders? [Dit is een van de nuttigste coachingsvragen. Hiermee kun je de cliënt aanmoedigen/uitdagen om dieper te graven, bijvoorbeeld langer na te denken over iets of met meer ideeën komen.]
- Hoe zou dat helpen?
- Wat zou een probleem kunnen zijn? | Waarom is dat een probleem? Wat kun je daaraan doen?
- Wat is het ergste dat er kan gebeuren?
- Wat zou je moeten doen? [Opvolgen met bijvoorbeeld Wat kun je nog meer doen?]
- Wat denk je dat je eerst/daarna/na afloop daarvan moet doen? | Wat moet je misschien van tevoren doen?
- Wanneer ga je dat doen? | Hoe lang duurt dat?
- Is dat realistisch? [Nog een erg belangrijke vraag! Vervolg met bijvoorbeeld Waarom denk/zeg je dat?]
- Weet je 100% zeker dat je dat zult doen? Waarom niet 100% zeker? [Deze vraag gaat over hoe sterk de cliënt bereid is te doen wat hij zegt te willen gaan doen – m.a.w. het nemen van verantwoordelijkheid.]
- Vorige week zei je tegen me… Wat is er gebeurd? En? Hoe ging het? Waarom?
- Wat weerhield je ervan om meer te doen?
- Kun je eerdere keren bedenken dat je vergelijkbare problemen hebt gehad? Hoe heb je dat opgelost?
- Is je doel/plan nog steeds zinnig, vind je? | Moet je opnieuw over je doel/plan nadenken?
- Hoe kan ik je helpen?
- Is er nog iets waar je nu over wilt praten of zijn we klaar?
bron: Citizens’ Curriculum guide to Non-directive coaching, www.learningandwork.org.uk
Oefening
Gebruik voor het verdiepen het oefenblad
The European Commission support for the production of this publication does not constitute an endorsement of the contents which reflects the views only of the authors, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.